Correspondentie met Robert Harris

Deze emailwisseling slaat terug op het stuk ‘Muziek als taal’ van Robert Harris, dat ik op 16 mei gepost had.
Tk.

—–

Beste Heleen,

Ik stuur bij dezen een link naar het proefschrift. Ik schrijft niks over Suzuki, uiteraard, want ik heb de methode t.b.v. het onderzoek niet bestudeerd. Ik vind het artikel van Byrne (2002) relevant t.a.v. de discussie over Suzuki, evenals de studies van Friederici en Newport et al. Ik heb vrij veel Suzuki leerlingen in de les praktische harmonie gehad op het conservatorium. Zij hebben een uitstekend gehoor, maar ze kunnen geen van allen harmoniseren of improviseren. De werkvormen die je noemt maken officieel geen deel uit van de methode zover ik weet, maar ik kan het fout hebben. Ik juich ze uiteraard toe. Zolang dergelijke werkvormen niet deel uitmaken van de methode, kun je niet echt van een moedertaal methode spreken, is mijn opvatting. Ik vind dus dat Suzuki zelf het bij het verkeerde eind had. Het leren van de moedertaal is dus meer dan alleen auditieve imitatie.

Proefschrift Robert Harris

Hartelijke groeten,

Robert Harris

—–

Beste Robert, dank voor je reactie, ik zal het proefschrift lezen. Eerlijk gezegd zou ik geen andere methode van klassieke muziek weten, waarbij kinderen zo dichtbij het auditieve/intuïtieve aspect van muziek zitten. Mijn schrijven had niet als doel om een discussie over Suzuki als moedertaal te beginnen. Bij jazzmuzikanten, pop of wereldmuziek is het aspect van improvisatie heel vertrouwd.. veel klassieke muzikanten kunnen hier niets mee.. maar zonder uitzondering kunnen al mijn Suzuki leerlingen op hun gehoor allerlei liedjes naspelen en/of uitzoeken .. en van daaruit gaan ze moeiteloos door naar improvisatie. Naar mijn idee is dit een eerste stadium in het aanleren van taal? Het zou juist interessant zijn het verschil tussen enerzijds imoroviserende (auditief zelf ontdekkende), anderzijds voornamelijk notenlezende, en als middengroep daar tussenin Suzuki leerlingen (zowel auditief als een paar jaar later, ook lezende) te onderzoeken. Maar ja.. ik ben geen wetenschapper.

Vriendelijke groet,

Heleen Verleur

Vriendelijke groet,

Heleen

—–

Beste Heleen,

Je hebt het heel goed verwoord: het is het eerste stadium van het aanleren van de taal. In de literatuur wordt een duidelijk verschil gemaakt tussen het leren herkennen van woorden en het aanleren van de grammatica. Het zijn twee gescheiden (hersen)functies, waarbij de één afhankelijk is van het andere. Zonder woordenherkenning is het leren van de grammatica onmogelijk. Het aanvullen van de Suzuki methode met variatie, harmonisatie, transpositie en improvisatie lijkt me vrij makkelijk. Maar kennelijk doe je dat al.

Robert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *