He only started very recently. He is doing such a great job! And so do his parents, who are so involved.
Categoriearchief: Persoonlijk
Het beroemde schaap Sjrek: een rapconcert
Jaren geleden, in 2010, maakte ik met kinderboekenschrijfster Sanne de Bakker dit leuke rapconcert voor kinderen. Sanne schreef de teksten, voor mij was de primeur dat ik voor het eerst via Garageband de muziek ging componeren. Ik maakte gebruik van ‘effecten’ en sounds van GB, en sommige partijen speelde ik in. Dit allemaal vanachter mijn computer. Ik dacht dat dit een voorstadium was, en dat een studio dit dan nog zou vervolmaken. Helaas maakte de studio er een enorme brij van, en het heeft daarna nog heel wat voeten in aarde gehad voordat het weer zo klonk zoals ik het bedoeld had.
Vanavond luisterde ik er voor het eerst weer naar de opnames. Het klinkt me fris en sprankelend in de oren. Met prachtige tekeningen van Georgien Overwater!
Het is nog steeds verkrijgbaar via de bibliotheek:
Biblliotheek: Het beroemde schaap Sjrek
En via Bol.com:
Bol.com: Het beroemde schaap Sjrek
Hierna twee mp3 opnames:
Waking Up
Dit stuk was eerder oorspronkelijk voor baritonsax & piano geschreven (speciaal voor Arthur Heuwekemeijer!) maar ter gelegenheid van de boekpresentatie van Jan, heb ik het ook gearrangeerd voor fagot & piano.
“Life ain’t so bad”
This cheerful Boogie was written by my former teacher Fania Chapiro in 1951. Deze vrolijke Boogie schreef mijn oud-lerares Fania Chapiro in 1951.
Meer over Fania Chapiro is hier te lezen.
Chapiro’s handwritten version was converted into Sibelius notation by me for a concert. Frankly, I like her handwriting better, but the Sibelius version is a little easier to read, especially in the busier passages. This piece again reminded me very much of a CD recording with her in a little church in Kortenhoef, where I was allowed to turn her pages. Although there was almost only music of Mozart recorded, Fania had to relax in the break by indeed playing some Boogie-Woogie. She liked that and could do it well.
Chapiro’s handgeschreven versie van “Life ain’t so bad” | Donemus is voor een concert door mij omgezet in Sibelius notatie. Eerlijk gezegd vind ik haar handschrift mooier, maar de Sibelius versie is iets makkelijker te lezen, vooral in de drukkere passages. Ik moest bij dit stuk weer heel erg denken aan een cd-opname met haar in een kerkje in Kortenhoef, waar ik haar bladzijden mocht omslaan. Hoewel er bijna alleen muziek van Mozart werd opgenomen, moest Fania zich in de pauze even ontspannen door inderdaad wat Boogie-Woogie te spelen. Dat vond ze leuk en kon ze ook goed.
You can hear the mp3 of the piece below. It is a recording of a live performance on Sunday, January 21, 2024 in Huis van de Wijk Lydia (Roelof Hartplein, Amsterdam) with APK (Amsterdams Pianodocenten Kollektief) https://mafpiano.nl/apk during the Benefit concert for Ukraine: nl4ua.org
Je kunt de mp3 van het stuk hieronder horen. Het is een registratie van een live uitvoering op zondag 21 januari 2024 in Huis van de Wijk Lydia (Roelof Hartplein, Amsterdam) met APK (Amsterdams Pianodocenten Kollektief) https://mafpiano.nl/apk tijdens het benefietconcert voor Oekraïne: nl4ua.org


Meezingers en zeeliederen
Lekker meezingen met Heleen met de accordeon! Een mix van Amsterdamse meezingers en zeeliederen, en af en toe wat Iers.
1. Aan de Amsterdamse grachten/Wim Sonneveld (C/g)
Aan de Amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn
Er staat een huis aan de gracht in oud Amsterdam
Waar ik als jochie van acht bij grootmoeder kwam
Nu zit een vreemde meneer in ’t kamertje voor
En ook die heerlijke zolder werd tot kantoor
Aleen de bomen, de bomen, hoog boven het verkeer
En over het water gaat er een bootje net als weleer
Aan de Amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn
2. Tulpen uit Amsterdam/Herman Emmink (F/a)
Als de lente komt dan stuur ik jou
Tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt pluk ik voor jou
Tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom dan breng ik jou
Tulpen uit Amsterdam
Duizend gele, duizend rooie
Wensen jou het allermooiste
Wat mijn mond niet zeggen kan
Zeggen tulpen uit Amsterdam
Lalalaa lalaa lalaa lalaa, lalalalaa lalaa
Lalalaa lalaa lalaa lalaa, lalalalaa lalaa
Lalalaa lalaa lalaa lalaa, lalalalaa lalaa
Duizend gele, duizend rooie
Wensen jou het allermooiste
Wat mijn mond niet zeggen kan
Zeggen tulpen uit Amsterdam
3. Zuiderzee ballade (G)
Couplet
Opa, kijk ik vond op zolder, ’n foto van een ouwe boot,
Is dat nog van voor de polder, van die ouwe vissersvloot.
Jochie, dat is ’n gelukkie, ik was dat prentje jaren kwijt.
‘k Heb nou weer ’n heel klein stukkie,
Van die goeie ouwe tijd.
Refrein
Daar is het water, daar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon, leid Emmeloord.
Eens ging de zee hier te keer,
Maar die tijd komt niet weer,
Zuiderzee heet nou IJsselmeer.
’n Tractor gaat er nou greppels graven,
‘k Zie tot de horizon geen schepen meer.
Couplet
Kijk, die jongeman ben ikke, ja, ikke was de kapitein.
Hiero, en die grote dikke, ja, dat moet malle Japie zijn.
Opa, en die blonde jongen, vooraan bij de fokkeschoot?
Opa, zeg nou wat!
Die jongen, is je Ome, die is dood.
Refrein
In ’t diepe water, ver van de haven,
In die novembernacht, voor twintig jaar.
Door ’t brakke water is hij begraven,
Maar als ‘k nog even wacht, zien wij elkaar.
Toen ging de zee zo tekeer, in een razend verweer.
Ongestraft slaat niemand haar neer.
Nu jaren later, hier paarden draven,
Zie ik de hand en macht, van onze Heer.
(tweede keer refrein)
Waar is het water, waar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er, z’n paard nou draven
En aan de horizon leidt Emmeloord.
Eens ging de zee hier tekeer, maar die tijd komt niet weer.
‘T Water leidt nou achter de dijk.
Waar eens de golven, het land bedolven,
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijk.
Tekst: Willy van Hemert | Muziek: Joop de Leur

4. Kleine café aan de haven (Gm)
Couplet
De avondzon valt over straten en pleinen,
De gouden zon zakt in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen,
Ze hebben de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen,
Het motregent zachtjes op straat.
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek
Uit een deur die nog wijd open staat.
Refrein
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
Couplet
De toog is van koper toch ligt er geen loper,
De voetbalclub hangt aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox,
Een pilsje dat is er niet duur.
Een mens is daar mens, rijk of arm, ’t is daar warm,
Geen monsieur of madam, maar W.C.
Maar ’t glas is gespoeld in het helderste water,
Ja, ’t is daar een heel goed café
Refrein
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
Couplet
De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening, of je staat in het krijt.
Maar het enige wat je aan eten kunt krijgen dat is daar een hardgekookt ei.
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon, ja de mensen die zijn daar nog blij!
Refrein
Daar in het kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
Pierre Kartner (vader Abraham)

5. What shall we do with the drunken sailor? (Am)
1. What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
Early in the morning!
… Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
2. Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
3. Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
4. Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
5. Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
6. That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
Folk Son

6. Molly Malone (E)
In Dublin′s fair city
Where the girls are so pretty
I first set my eyes on sweet Molly Malone
As she wheeled her wheel-barrow
Through streets broad and narrow
Crying, “Cockles and mussels, alive, alive, oh!”
Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “Cockles and mussels, alive, alive, oh”
She was a fishmonger
And sure ’twas no wonder
For so were her father and mother before
And they both wheeled their barrows
Through streets broad and narrow
Crying, “Cockles and mussels, alive, alive, oh!”
Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “cockles and mussels, alive, alive, oh”
She died of a fever
And no one could save her
And that was the end of sweet Molly Malone
But her ghost wheels her barrow
Through streets broad and narrow
Crying, “Cockles and mussels, alive, alive, oh!”
Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “cockles and mussels, alive, alive, oh”
Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “cockles and mussels, alive, alive, oh”
Irish Folk Song (Dublin, Johnny Logan, The Dubliners)

7. My Bonnie is over the ocean (G)
My Bonnie lies over the ocean
My Bonnie lies over the sea
My Bonnie lies over the ocean
Oh, bring back my Bonnie to me…
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me
Oh blow ye winds over the ocean
Oh blow ye winds over the sea
Oh blow ye winds over the ocean
and bring back my Bonnie to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me
Last night as I lay on my pillow
Last night as I lay on my bed
Last night as I lay on my pillow
I dreamt that my Bonnie was dead
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me
The winds have blown over the ocean
The winds have blown over the sea
The winds have blown over the ocean
And brought back my Bonnie to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me
Traditional Scottish Song

8. Wild Rover (C)
I’ve been a wild rover for many’s the year
And I’ve spent all me money on whiskey and beer
But now I’m returning with gold in great store
And I never will play the wild rover no more
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
I went to an alehouse I used to frequent
I told the landlady my money was spent
I ask her for credit, she answered me nay
Such a custom as yours I can have any day
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
I brought from me pocket ten sovereigns bright
And the landlady’s eyes opened wide with delight
She said:’I have whiskeys and wines of the best
And the words that you told me were only in jest’
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
I’ll go home to my parents, confess what I’ve done
And I’ll ask them to pardon their prodigal son
And when they’ve caressed me, as oft times before
I never will play the wild rover no more
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
Irish Drinking Song (gecoverd door The Dubliners)

9. Amsterdam/Maggie MacNeal (Am/e)
Waar in de wereld je ook bent
Je denkt terug aan dat moment
En weet niet waar je het van kent
Maar opeens herinner je je weer
Er was een eindeloze sfeer
En die is er telkens weer
In Amsterdam, Amsterdam
Is van alles aan de gang
Amsterdam, Amsterdam
Bestaat al eeuwenlang
Amsterdam, Amsterdam
De stad waar alles kan
Amsterdam, Amsterdam
Iedereen die weet ervan
Hier ben je werk’lijk nooit alleen
Je vindt een deel van iedereen
In alle dingen om je heen
Hier voelen zich alle mensen blij
En in hun doen en laten vrij
Met het gevoel: je hoort erbij
In Amsterdam, Amsterdam
Is van alles aan de gang
Amsterdam, Amsterdam
Bestaat al eeuwenlang
In die stad
Waar heel de wijde wereld jou begroet
Vind je dat wat je zoekt
Overal in overvloed
Amsterdam, Amsterdam
Daar is van alles aan de gang
Amsterdam, Amsterdam
Bestaat al eeuwenlang
Amsterdam
De stad waar alles kan
Amsterdam, Amsterdam
Iedereen die weet ervan
10. Geef mij maar Amsterdam (refrein)
Geef mij maar Amsterdam
Dat is mooier dan Parijs
Geef mij maar Amsterdam
Het Mokums paradijs
Geef mij maar Amsterdam
Met z’n Amstel en het IJ
Want in Mokum ben ik rijk en gelukkig tegelijk
Geef mij maar Amsterdam
(net zo vaak herhalen als nodig)
Scarlatti 11 februari 2024 op IJburg

Op 11 februari om 15 u speelt deze voorstelling in Theater Vrijburcht, Vaillantlaat 143, 1986 XZ IJburg, Amsterdam. U kunt reserveren via het theater: theatervrijburcht.nl
Vertelconcert Domenico Scarlatti & Maria Barbara
Piano, tekst & spel: Heleen Verleur | Regieadvies: Julia Bless
Pruik & kleding: Andrea Palm
Ooit was er een tijd waarin men muziek en opera belangrijker vond dan politiek: in het 18e eeuwse Spanje waar de Napolitaanse componist en pianist Scarlatti klavierlessen gaf aan de 17-jarige Portugese prinses Maria Barbara, de latere koningin van Spanje. Maar pas toen castraatzanger en rasartiest Farinelli zich ook bij het Spaanse hof aansloot, veranderde alles!
Een verhaal over vertrouwen, jaloezie, vriendschap, vijandschap, gekte én liefde voor muziek.
In haar nieuwste voorstelling kruipt Heleen in de huid van Scarlatti’s leerlinge Maria Barbara, die waarschijnlijk een ‘soulmate’ voor hem is geweest. Voor wie anders schreef hij al zijn 555 Sonates? En zij kon ze allemaal spelen! Maria Barbara werd uiteindelijk 17 jaar lang gevangengehouden in haar paleis door haar (stief)schoonmoeder, dus ze had alle tijd om samen muziek te maken met Scarlatti. Ook de castraat Farinelli speelt een belangrijke rol in dit bizarre, maar waargebeurde sprookje.
Enkele reacties op de voorstelling:
“Had nog nooit van Scarlatti gehoord, maar dit zal ik nooit meer vergeten. | Het was zó levendig en beeldend: En de muziek betoverend. Wat had ik een heerlijke middag! | Het was een erg leuk, origineel en mooi optreden! | Ik ben helemaal fan van Scarlatti geworden. Ik kende hem natuurlijk al maar sinds je uitvoering heb ik zeker wel om de dag naar een playlist van hem op Spotify geluisterd. Zo fantasievol, elk werk heeft een heel eigen identiteit. Prachtig! | Schitterend concert. Echt geweldig. Nóg mooier en theatraler dan ik al verwacht had.”
Scarlatti in Ryptsjerk
Première Scarlatti in Pianola Museum
26 november ’23 | 11.30 u
Pianola Museum, Westerstraat 106 A’dam
Piano, tekst & spel: Heleen Verleur
Regie advies: Julia Bless | Pruik & kleding: Andrea Palm
Reserveren gewenst via: heleenverleur111@gmail.com
Over de klaviercomponist Domenico Scarlatti is weinig bekend. Er is maar één portret van hem, er zijn maar een paar briefjes met zijn eigen handschrift gevonden en zelfs zijn sonates zijn niet in het originele notenschrift want ze zijn allemaal later gekopieerd. Waarschijnlijk door zijn klavierleerlinge Maria Barbara, prinses van Portugal. Is er daarom nooit eerder een voorstelling over hem gemaakt?
In deze vertelvoorstelling kijken we door de ogen van de net 17 jaar geworden prinses Maria Barbara naar het leven van de Napolitaanse componist Scarlatti. Heleen Verleur heeft hier een unieke vorm voor bedacht. Zoals zij eerder ook bij George Sand & Chopin deed, kruipt zij nu in de huid van Maria Barbara: de beroemde leerlinge van Scarlatti die heel goed klavecimbel kon spelen. Maria Barbara en haar echtgenoot Fernando worden 17 jaar lang gevangen gehouden in het paleis. Op welke wijze heeft Scarlatti’s muziek hen gered? Wat doet de castraat Farinelli elke avond in de slaapkamer van koning Filips V? Hoe komt het dat hij uiteindelijk zijn eerste minister wordt? Scarlatti’s vader zit hem dicht op de huid, daarom stelt Scarlatti in 1717 een document op waarin hij zijn vader dwingt om hem zelfstandig te verklaren. Wat voor invloed heeft hun complexe relatie op Scarlatti’s componeren? Een prachtige combinatie van theater en muziek, door één persoon uitgebeeld. Een voorstelling met de kracht van eenvoud en een minimum aan decor en attributen. Enkele reacties op de voorstelling Scarlatti:
“Had nog nooit van Scarlatti gehoord, maar dit zal ik nooit meer vergeten.”
“Het was zó levendig en beeldend: En de muziek betoverend. Wat had ik een heerlijke middag!”
“Vond het jammer dat het al was afgelopen.”

Scarlatti in het Meerpadkerkje
’t Was een succes. Heb zo genoten van vanmiddag. En het was te zien, dat anderen ook genoten. Vond het toch best spannend, vandaag. De eerste keer dat ik de voorstelling weer deed sinds 30 juni in Amsterdam. Daar zat een hele zomervakantie tussen. Het was drie maanden geleden.
Paar van de vele reacties die me bijstaan van vandaag:
“Had nog nooit van Scarlatti gehoord, maar dit zal ik nooit meer vergeten.”
“Oooo Heleen van dee je het leuk! Het was zó levendig en beeldend: En de muziek betoverend. Wat had ik een heerlijke middag door jou!”
“Vond het jammer dat het al was afgelopen.”
Deze reacties raakten mij. Hier doe ik het voor! Want ik wil graag dat mensen betoverd raken door muziek. Dat maakt het leven leuker, lichter én dieper.
Op donderdag 12 oktober speel ik de voorstelling bij EOKS. Daarna is de première op 26 november om 11.30 u bij het Pianola Museum in de Westerstraat. Vergeet niet te reserveren, want er kunnen ongeveer 40 mensen in de zaal.
Reserveren kan via heleenverleur111@gmail.com
Liedjes voor 3.9.2023
1. Zuiderzee ballade
Couplet
Opa, kijk ik vond op zolder, ’n foto van een ouwe boot,
Is dat nog van voor de polder, van die ouwe vissersvloot.
Jochie, dat is ’n gelukkie, ik was dat prentje jaren kwijt.
‘k Heb nou weer ’n heel klein stukkie,
Van die goeie ouwe tijd.
Refrein
Daar is het water, daar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon, leid Emmeloord.
Eens ging de zee hier te keer,
Maar die tijd komt niet weer,
Zuiderzee heet nou IJsselmeer.
’n Tractor gaat er nou greppels graven,
‘k Zie tot de horizon geen schepen meer.
Couplet
Kijk, die jongeman ben ikke, ja, ikke was de kapitein.
Hiero, en die grote dikke, ja, dat moet malle Japie zijn.
Opa, en die blonde jongen, vooraan bij de fokkeschoot?
Opa, zeg nou wat!
Die jongen, is je Ome, die is dood.
Refrein
In ’t diepe water, ver van de haven,
In die novembernacht, voor twintig jaar.
Door ’t brakke water is hij begraven,
Maar als ‘k nog even wacht, zien wij elkaar.
Toen ging de zee zo tekeer, in een razend verweer.
Ongestraft slaat niemand haar neer.
Nu jaren later, hier paarden draven,
Zie ik de hand en macht, van onze Heer.
(tweede keer refrein)
Waar is het water, waar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er, z’n paard nou draven
En aan de horizon leidt Emmeloord.
Eens ging de zee hier tekeer, maar die tijd komt niet weer.
‘T Water leidt nou achter de dijk.
Waar eens de golven, het land bedolven,
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijk.
Tekst: Willy van Hemert
Muziek: Joop de Leur
2. Al die willen te kaap’ren varen
Al die willen te kaap’ren varen
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die ranzige tweebak lusten
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die deftige pijpkens smoren
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die met ons de walrus kelen
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die duivel en dood niet duchten
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Uit de liedbundel Het oude Nederlandsche lied van Florimond van Duyse (1903) Van Duyse vermeldt als de bron E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1e druk: Gent 1856). Elders geeft Van Duyse als commentaar: ‘Te kap’ren varen’ beteekent als zeeroover, als vrijbuiter varen.
3. Kleine café aan de haven
Couplet
De avondzon valt over straten en pleinen,
De gouden zon zakt in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen,
Ze hebben de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen,
Het motregent zachtjes op straat.
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek
Uit een deur die nog wijd open staat.
Refrein
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
Couplet
De toog is van koper toch ligt er geen loper,
De voetbalclub hangt aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox,
Een pilsje dat is er niet duur.
Een mens is daar mens, rijk of arm, ’t is daar warm,
Geen monsieur of madam, maar W.C.
Maar ’t glas is gespoeld in het helderste water,
Ja, ’t is daar een heel goed café
Refrein
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
Couplet
De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening, of je staat in het krijt.
Maar het enige wat je aan eten kunt krijgen dat is daar een hardgekookt ei.
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon, ja de mensen die zijn daar nog blij!
Refrein
Daar in het kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
Pierre Kartner (vader Abraham)
4. What shall we do with the drunken sailor?
1. What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
Early in the morning!
… Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
2. Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
3. Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
4. Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
5. Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
6. That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!
Folk Song
5. Wild Rover
I’ve been a wild rover for many’s the year
And I’ve spent all me money on whiskey and beer
But now I’m returning with gold in great store
And I never will play the wild rover no more
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
I went to an alehouse I used to frequent
I told the landlady my money was spent
I ask her for credit, she answered me nay
Such a custom as yours I can have any day
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
I brought from me pocket ten sovereigns bright
And the landlady’s eyes opened wide with delight
She said:’I have whiskeys and wines of the best
And the words that you told me were only in jest’
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
I’ll go home to my parents, confess what I’ve done
And I’ll ask them to pardon their prodigal son
And when they’ve caressed me, as oft times before
I never will play the wild rover no more
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more
Irish Drinking Song (gecoverd door The Dubliners)
6. Padam padam (Edith Piaf)
Cet air qui m’obsède jour et nuit
Cet air n’est pas né d’aujourd’hui
Il vient d’aussi loin que je viens
Traîné par cent mille musiciens
Un jour cet air me rendra folle
Cent fois j’ai voulu dire pourquoi
Mais il m’a coupé la parole
Il parle toujours avant moi
Et sa voix couvre ma voix
Padam… padam… padam…
Il arrive en courant derrière moi
Padam… padam… padam…
Il me fait le coup du souviens-toi
Padam… padam… padam…
C’est un air qui me montre du doigt
Et je traîne après moi comme un drôle d’erreur
Cet air qui sait tout par cœur
Il dit: Rappelle-toi tes amours
Rappelle-toi puisque c’est ton tour
‘Y a pas d’raison pour qu’tu n’pleures pas
Avec tes souvenirs sur les bras…
Et moi je revois ceux qui restent
Mes vingt ans font battre tambour
Je vois s’entrebattre des gestes
Toute la comédie des amours
Sur cet air qui va toujours
Padam… padam… padam…
Des je t’aime” de quatorze-juillet
Padam… padam… padam…
Des toujours” qu’on achète au rabais
Padam… padam… padam…
Des veux-tu” en voilà par paquets
Et tout ça pour tomber juste au coin d’la rue
Sur l’air qui m’a reconnue
Écoutez le chahut qu’il me fait
Comme si tout mon passé défilait
Faut garder du chagrin pour après
J’en ai tout un solfège sur cet air qui bat
Qui bat comme un cœur de bois…
7. Amsterdamse grachten
Aan de amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een amsterdammer te zijn
Er staat een huis aan de gracht in oud amsterdam
Waar ik als jochie van acht bij grootmoeder kwam
Nu zit een vreemde meneer in ’t kamertje voor
En ook die heerlijke zolder werd tot kantoor
Alleen de bomen, de bomen, hoog boven het verkeer
En over het water gaat er een bootje net als weleer
Aan de Amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn

