Categoriearchief: Persoonlijk

“Life ain’t so bad”

This cheerful Boogie was written by my former teacher Fania Chapiro in 1951. Deze vrolijke Boogie schreef mijn oud-lerares Fania Chapiro in 1951.

Meer over Fania Chapiro is hier te lezen.

Chapiro’s handwritten version was converted into Sibelius notation by me for a concert. Frankly, I like her handwriting better, but the Sibelius version is a little easier to read, especially in the busier passages. This piece again reminded me very much of a CD recording with her in a little church in Kortenhoef, where I was allowed to turn her pages. Although there was almost only music of Mozart recorded, Fania had to relax in the break by indeed playing some Boogie-Woogie. She liked that and could do it well.

Chapiro’s handgeschreven versie van “Life ain’t so bad” | Donemus is voor een concert door mij omgezet in Sibelius notatie. Eerlijk gezegd vind ik haar handschrift mooier, maar de Sibelius versie is iets makkelijker te lezen, vooral in de drukkere passages. Ik moest bij dit stuk weer heel erg denken aan een cd-opname met haar in een kerkje in Kortenhoef, waar ik haar bladzijden mocht omslaan. Hoewel er bijna alleen muziek van Mozart werd opgenomen, moest Fania zich in de pauze even ontspannen door inderdaad wat Boogie-Woogie te spelen. Dat vond ze leuk en kon ze ook goed.

You can hear the mp3 of the piece below. It is a recording of a live performance on Sunday, January 21, 2024 in Huis van de Wijk Lydia (Roelof Hartplein, Amsterdam) with APK (Amsterdams Pianodocenten Kollektief) https://mafpiano.nl/apk during the Benefit concert for Ukraine: nl4ua.org

Je kunt de mp3 van het stuk hieronder horen. Het is een registratie van een live uitvoering op zondag 21 januari 2024 in Huis van de Wijk Lydia (Roelof Hartplein, Amsterdam) met APK (Amsterdams Pianodocenten Kollektief) https://mafpiano.nl/apk tijdens het benefietconcert voor Oekraïne: nl4ua.org

Zeeliederen

1. Zuiderzee ballade (G)

Couplet

Opa, kijk ik vond op zolder, ’n foto van een ouwe boot,
Is dat nog van voor de polder, van die ouwe vissersvloot.
Jochie, dat is ’n gelukkie, ik was dat prentje jaren kwijt.
‘k Heb nou weer ’n heel klein stukkie,
Van die goeie ouwe tijd.

Refrein

Daar is het water, daar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon, leid Emmeloord.
Eens ging de zee hier te keer,
Maar die tijd komt niet weer,
Zuiderzee heet nou IJsselmeer.
’n Tractor gaat er nou greppels graven,
‘k Zie tot de horizon geen schepen meer.

Couplet

Kijk, die jongeman ben ikke, ja, ikke was de kapitein.
Hiero, en die grote dikke, ja, dat moet malle Japie zijn.
Opa, en die blonde jongen, vooraan bij de fokkeschoot?
Opa, zeg nou wat!
Die jongen, is je Ome, die is dood.

Refrein

In ’t diepe water, ver van de haven,
In die novembernacht, voor twintig jaar.
Door ’t brakke water is hij begraven,
Maar als ‘k nog even wacht, zien wij elkaar.
Toen ging de zee zo tekeer, in een razend verweer.
Ongestraft slaat niemand haar neer.
Nu jaren later, hier paarden draven,
Zie ik de hand en macht, van onze Heer.

(tweede keer refrein)

Waar is het water, waar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er, z’n paard nou draven
En aan de horizon leidt Emmeloord.
Eens ging de zee hier tekeer, maar die tijd komt niet weer.
‘T Water leidt nou achter de dijk.
Waar eens de golven, het land bedolven,
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijk.

Tekst: Willy van Hemert | Muziek: Joop de Leur

2. Kleine café aan de haven (Gm)

Couplet

De avondzon valt over straten en pleinen,
De gouden zon zakt in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen,
Ze hebben de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen,
Het motregent zachtjes op straat.
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek

Uit een deur die nog wijd open staat.

Refrein

Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.

Couplet

De toog is van koper toch ligt er geen loper,
De voetbalclub hangt aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox,
Een pilsje dat is er niet duur.
Een mens is daar mens, rijk of arm, ’t is daar warm,
Geen monsieur of madam, maar W.C.
Maar ’t glas is gespoeld in het helderste water,
Ja, ’t is daar een heel goed café

Refrein

Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.

Couplet

De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening, of je staat in het krijt.
Maar het enige wat je aan eten kunt krijgen dat is daar een hardgekookt ei.
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon, ja de mensen die zijn daar nog blij!

Refrein

Daar in het kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.

Pierre Kartner (vader Abraham)

3. What shall we do with the drunken sailor? (Am)

1. What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
Early in the morning!

… Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

2.  Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

3. Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

4.  Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

5. Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

6. That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

Folk Son

4. Molly Malone (E)

In Dublin′s fair city
Where the girls are so pretty
I first set my eyes on sweet Molly Malone
As she wheeled her wheel-barrow
Through streets broad and narrow
Crying, “Cockles and mussels, alive, alive, oh!”

Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “Cockles and mussels, alive, alive, oh”

She was a fishmonger
And sure ’twas no wonder
For so were her father and mother before
And they both wheeled their barrows
Through streets broad and narrow
Crying, “Cockles and mussels, alive, alive, oh!”

Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “cockles and mussels, alive, alive, oh”

She died of a fever
And no one could save her
And that was the end of sweet Molly Malone
But her ghost wheels her barrow
Through streets broad and narrow
Crying, “Cockles and mussels, alive, alive, oh!”

Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “cockles and mussels, alive, alive, oh”


Alive, alive, oh
Alive, alive, oh
Crying “cockles and mussels, alive, alive, oh”

Irish Folk Song (Dublin, Johnny Logan, The Dubliners)

5. My Bonnie is over the ocean (G)

My Bonnie lies over the ocean
My Bonnie lies over the sea
My Bonnie lies over the ocean
Oh, bring back my Bonnie to me…
 
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me

Oh blow ye winds over the ocean
Oh blow ye winds over the sea
Oh blow ye winds over the ocean
and bring back my Bonnie to me

Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me

Last night as I lay on my pillow
Last night as I lay on my bed
Last night as I lay on my pillow
I dreamt that my Bonnie was dead

Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me

The winds have blown over the ocean
The winds have blown over the sea
The winds have blown over the ocean
And brought back my Bonnie to me

Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me, to me
Bring back, bring back
Oh, bring back my Bonnie to me

Traditional Scottish Song

6. Wild Rover (C)

I’ve been a wild rover for many’s the year
And I’ve spent all me money on whiskey and beer
But now I’m returning with gold in great store
And I never will play the wild rover no more

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

I went to an alehouse I used to frequent
I told the landlady my money was spent
I ask her for credit, she answered me nay
Such a custom as yours I can have any day

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

I brought from me pocket ten sovereigns bright
And the landlady’s eyes opened wide with delight
She said:’I have whiskeys and wines of the best
And the words that you told me were only in jest’

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

I’ll go home to my parents, confess what I’ve done
And I’ll ask them to pardon their prodigal son
And when they’ve caressed me, as oft times before
I never will play the wild rover no more

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

Irish Drinking Song (gecoverd door The Dubliners)

Scarlatti 11 februari 2024 op IJburg

Op 11 februari om 15 u speelt deze voorstelling in Theater Vrijburcht, Vaillantlaat 143, 1986 XZ IJburg, Amsterdam. U kunt reserveren via het theater: theatervrijburcht.nl

Vertelconcert Domenico Scarlatti & Maria Barbara

Piano, tekst & spel: Heleen Verleur | Regieadvies: Julia Bless

Pruik & kleding: Andrea Palm

Ooit was er een tijd waarin men muziek en opera belangrijker vond dan politiek: in het 18e eeuwse Spanje waar de Napolitaanse componist en pianist Scarlatti klavierlessen gaf aan de 17-jarige Portugese prinses Maria Barbara, de latere koningin van Spanje. Maar pas toen castraatzanger en rasartiest Farinelli zich ook bij het Spaanse hof aansloot, veranderde alles!

Een verhaal over vertrouwen, jaloezie, vriendschap, vijandschap, gekte én liefde voor muziek.

In haar nieuwste voorstelling kruipt Heleen in de huid van Scarlatti’s leerlinge Maria Barbara, die waarschijnlijk een ‘soulmate’ voor hem is geweest. Voor wie anders schreef hij al zijn 555 Sonates? En zij kon ze allemaal spelen! Maria Barbara werd uiteindelijk 17 jaar lang gevangengehouden in haar paleis door haar (stief)schoonmoeder, dus ze had alle tijd om samen muziek te maken met Scarlatti. Ook de castraat Farinelli speelt een belangrijke rol in dit bizarre, maar waargebeurde sprookje.

Enkele reacties op de voorstelling:

“Had nog nooit van Scarlatti gehoord, maar dit zal ik nooit meer vergeten. | Het was zó levendig en beeldend: En de muziek betoverend. Wat had ik een heerlijke middag! | Het was een erg leuk, origineel en mooi optreden! | Ik ben helemaal fan van Scarlatti geworden. Ik kende hem natuurlijk al maar sinds je uitvoering heb ik zeker wel om de dag naar een playlist van hem op Spotify geluisterd. Zo fantasievol, elk werk heeft een heel eigen identiteit. Prachtig! | Schitterend concert. Echt geweldig. Nóg mooier en theatraler dan ik al verwacht had.”

Première Scarlatti in Pianola Museum

26 november ’23 | 11.30 u

Pianola Museum, Westerstraat 106 A’dam

Piano, tekst & spel: Heleen Verleur

Regie advies: Julia Bless | Pruik & kleding: Andrea Palm

Reserveren gewenst via: heleenverleur111@gmail.com

Over de klaviercomponist Domenico Scarlatti is weinig bekend. Er is maar één portret van hem, er zijn maar een paar briefjes met zijn eigen handschrift gevonden en zelfs zijn sonates zijn niet in het originele notenschrift want ze zijn allemaal later gekopieerd. Waarschijnlijk door zijn klavierleerlinge Maria Barbara, prinses van Portugal. Is er daarom nooit eerder een voorstelling over hem gemaakt?

In deze vertelvoorstelling kijken we door de ogen van de net 17 jaar geworden prinses Maria Barbara naar het leven van de Napolitaanse componist Scarlatti. Heleen Verleur heeft hier een unieke vorm voor bedacht. Zoals zij eerder ook bij George Sand & Chopin deed, kruipt zij nu in de huid van Maria Barbara: de beroemde leerlinge van Scarlatti die heel goed klavecimbel kon spelen. Maria Barbara en haar echtgenoot Fernando worden 17 jaar lang gevangen gehouden in het paleis. Op welke wijze heeft Scarlatti’s muziek hen gered? Wat doet de castraat Farinelli elke avond in de slaapkamer van koning Filips V? Hoe komt het dat hij uiteindelijk zijn eerste minister wordt? Scarlatti’s vader zit hem dicht op de huid, daarom stelt Scarlatti in 1717 een document op waarin hij zijn vader dwingt om hem zelfstandig te verklaren. Wat voor invloed heeft hun complexe relatie op Scarlatti’s componeren? Een prachtige combinatie van theater en muziek, door één persoon uitgebeeld. Een voorstelling met de kracht van eenvoud en een minimum aan decor en attributen. Enkele reacties op de voorstelling Scarlatti:

“Had nog nooit van Scarlatti gehoord, maar dit zal ik nooit meer vergeten.”

“Het was zó levendig en beeldend: En de muziek betoverend. Wat had ik een heerlijke middag!”

“Vond het jammer dat het al was afgelopen.”

Scarlatti in het Meerpadkerkje

’t Was een succes. Heb zo genoten van vanmiddag. En het was te zien, dat anderen ook genoten. Vond het toch best spannend, vandaag. De eerste keer dat ik de voorstelling weer deed sinds 30 juni in Amsterdam. Daar zat een hele zomervakantie tussen. Het was drie maanden geleden.

Paar van de vele reacties die me bijstaan van vandaag:

“Had nog nooit van Scarlatti gehoord, maar dit zal ik nooit meer vergeten.”

“Oooo Heleen van dee je het leuk! Het was zó levendig en beeldend: En de muziek betoverend. Wat had ik een heerlijke middag door jou!”

“Vond het jammer dat het al was afgelopen.”

Deze reacties raakten mij. Hier doe ik het voor! Want ik wil graag dat mensen betoverd raken door muziek. Dat maakt het leven leuker, lichter én dieper.

Op donderdag 12 oktober speel ik de voorstelling bij EOKS. Daarna is de première op 26 november om 11.30 u bij het Pianola Museum in de Westerstraat. Vergeet niet te reserveren, want er kunnen ongeveer 40 mensen in de zaal.

Reserveren kan via heleenverleur111@gmail.com

Liedjes voor 3.9.2023

1. Zuiderzee ballade

Couplet

Opa, kijk ik vond op zolder, ’n foto van een ouwe boot,
Is dat nog van voor de polder, van die ouwe vissersvloot.
Jochie, dat is ’n gelukkie, ik was dat prentje jaren kwijt.
‘k Heb nou weer ’n heel klein stukkie,
Van die goeie ouwe tijd.

Refrein

Daar is het water, daar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon, leid Emmeloord.
Eens ging de zee hier te keer,
Maar die tijd komt niet weer,
Zuiderzee heet nou IJsselmeer.
’n Tractor gaat er nou greppels graven,
‘k Zie tot de horizon geen schepen meer.

Couplet

Kijk, die jongeman ben ikke, ja, ikke was de kapitein.
Hiero, en die grote dikke, ja, dat moet malle Japie zijn.
Opa, en die blonde jongen, vooraan bij de fokkeschoot?
Opa, zeg nou wat!
Die jongen, is je Ome, die is dood.

Refrein

In ’t diepe water, ver van de haven,
In die novembernacht, voor twintig jaar.
Door ’t brakke water is hij begraven,
Maar als ‘k nog even wacht, zien wij elkaar.
Toen ging de zee zo tekeer, in een razend verweer.
Ongestraft slaat niemand haar neer.
Nu jaren later, hier paarden draven,
Zie ik de hand en macht, van onze Heer.

(tweede keer refrein)

Waar is het water, waar is de haven,
Waar j’ altijd horen kon, we gaan aan boord.
De voerman laat er, z’n paard nou draven
En aan de horizon leidt Emmeloord.
Eens ging de zee hier tekeer, maar die tijd komt niet weer.
‘T Water leidt nou achter de dijk.
Waar eens de golven, het land bedolven,
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijk.

Tekst: Willy van Hemert

Muziek: Joop de Leur

2. Al die willen te kaap’ren varen

Al die willen te kaap’ren varen

Moeten mannen met baarden zijn

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, die hebben baarden

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, zij varen mee

Al die ranzige tweebak lusten

Moeten mannen met baarden zijn

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, die hebben baarden

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, zij varen mee

Al die deftige pijpkens smoren

Moeten mannen met baarden zijn

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, die hebben baarden

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, zij varen mee

Al die met ons de walrus kelen

Moeten mannen met baarden zijn

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, die hebben baarden

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, zij varen mee

Al die duivel en dood niet duchten

Moeten mannen met baarden zijn

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, die hebben baarden

Jan, Pier, Tjores en Corneel

Die hebben baarden, zij varen mee

Uit de liedbundel Het oude Nederlandsche lied van Florimond van Duyse (1903) Van Duyse vermeldt als de bron E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1e druk: Gent 1856). Elders geeft Van Duyse als commentaar: ‘Te kap’ren varen’ beteekent als zeeroover, als vrijbuiter varen.

3. Kleine café aan de haven

Couplet

De avondzon valt over straten en pleinen,
De gouden zon zakt in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen,
Ze hebben de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen,
Het motregent zachtjes op straat.
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek

Uit een deur die nog wijd open staat.

Refrein

Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.

Couplet

De toog is van koper toch ligt er geen loper,
De voetbalclub hangt aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox,
Een pilsje dat is er niet duur.
Een mens is daar mens, rijk of arm, ’t is daar warm,
Geen monsieur of madam, maar W.C.
Maar ’t glas is gespoeld in het helderste water,
Ja, ’t is daar een heel goed café

Refrein

Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.

Couplet

De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening, of je staat in het krijt.
Maar het enige wat je aan eten kunt krijgen dat is daar een hardgekookt ei.
De mensen die zijn daar gelukkig gewoon, ja de mensen die zijn daar nog blij!

Refrein

Daar in het kleine café aan de haven,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree.
Daar in dat kleine café aan de haven,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.

Pierre Kartner (vader Abraham)

4. What shall we do with the drunken sailor?

1. What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
What shall we do with a drunken sailor?
Early in the morning!

… Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

2.  Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Shave his belly with a rusty razor
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

3. Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Put him in a long boat till his sober
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

4.  Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Stick him in a scupper with a hosepipe bottom
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

5. Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Put him in the bed with the captains daughter
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

6. That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
That’s what we do with a drunken sailor
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Way hay and up she rises
Early in the morning!

Folk Song

5. Wild Rover

I’ve been a wild rover for many’s the year
And I’ve spent all me money on whiskey and beer
But now I’m returning with gold in great store
And I never will play the wild rover no more

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

I went to an alehouse I used to frequent
I told the landlady my money was spent
I ask her for credit, she answered me nay
Such a custom as yours I can have any day

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

I brought from me pocket ten sovereigns bright
And the landlady’s eyes opened wide with delight
She said:’I have whiskeys and wines of the best
And the words that you told me were only in jest’

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

I’ll go home to my parents, confess what I’ve done
And I’ll ask them to pardon their prodigal son
And when they’ve caressed me, as oft times before
I never will play the wild rover no more

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

And it’s no, nay, never
No, nay never no more
Will I play the wild rover
No never no more

Irish Drinking Song (gecoverd door The Dubliners)

6. Padam padam (Edith Piaf)

Cet air qui m’obsède jour et nuit
Cet air n’est pas né d’aujourd’hui
Il vient d’aussi loin que je viens
Traîné par cent mille musiciens
Un jour cet air me rendra folle
Cent fois j’ai voulu dire pourquoi
Mais il m’a coupé la parole
Il parle toujours avant moi
Et sa voix couvre ma voix

Padam… padam… padam…
Il arrive en courant derrière moi
Padam… padam… padam…
Il me fait le coup du souviens-toi
Padam… padam… padam…
C’est un air qui me montre du doigt
Et je traîne après moi comme un drôle d’erreur
Cet air qui sait tout par cœur

Il dit: Rappelle-toi tes amours
Rappelle-toi puisque c’est ton tour
‘Y a pas d’raison pour qu’tu n’pleures pas
Avec tes souvenirs sur les bras…
Et moi je revois ceux qui restent
Mes vingt ans font battre tambour
Je vois s’entrebattre des gestes
Toute la comédie des amours
Sur cet air qui va toujours

Padam… padam… padam…
Des je t’aime” de quatorze-juillet
Padam… padam… padam…
Des toujours” qu’on achète au rabais
Padam… padam… padam…
Des veux-tu” en voilà par paquets
Et tout ça pour tomber juste au coin d’la rue
Sur l’air qui m’a reconnue

Écoutez le chahut qu’il me fait

Comme si tout mon passé défilait

Faut garder du chagrin pour après
J’en ai tout un solfège sur cet air qui bat
Qui bat comme un cœur de bois…

7. Amsterdamse grachten

Aan de amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een amsterdammer te zijn


Er staat een huis aan de gracht in oud amsterdam
Waar ik als jochie van acht bij grootmoeder kwam
Nu zit een vreemde meneer in ’t kamertje voor
En ook die heerlijke zolder werd tot kantoor
Alleen de bomen, de bomen, hoog boven het verkeer
En over het water gaat er een bootje net als weleer

Aan de Amsterdamse grachten
Heb ik heel mijn hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
Als de mooiste stad in ons land
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn
Al die Amsterdamse mensen
Al die lichtjes ’s avonds laat op het plein
Niemand kan zich beter wensen
Dan een Amsterdammer te zijn

Grote Beer, Kat & Hond

Kat hoorde het van Uil, een ver familielid, op een doordeweekse dag in augustus.

“Maar wanneer is Kleine Beer dan overleden?” vroeg Kat. “Dat kan ik je helaas niet vertellen,” zei Uil.

“Maar dood moet je toch altíjd vertellen?” vroeg Kat.

“Dat vind jij, maar misschien is het voor Grote Beer anders,” antwoordde Uil. Ze zat op een tak en wiebelde van haar ene pootje naar haar andere.

Kat zat als versteend. Kat had al een tijd niet gesproken met haar zus, Grote Beer. Kat had geen idee, dat Kleine Beer dood zou gaan. Sinds Kat zich kon herinneren, woonde Kleine Beer met zijn ouders en broertje op dezelfde plek. Kleine Beer had ook een vrouw en een zoon, ver weg, maar door omstandigheden zag hij zijn vrouw en zoon bijna niet meer. Dat was heel verdrietig, zowel voor hem als voor Grote Beer, die zó trots was op haar kleinzoon!

Een paar jaar later verhuisde de familie naar een hoge flat. Kleine Beer bleef bij zijn ouders en broertje wonen, hoewel hij nog vaak dacht aan zijn vrouw en zoon in het verre buitenland.

Het leek of Kat de schuld was van alles wat er eerder was mis gegaan. Want ineens werd de hele familie Beer boos op Kat.

Vooral Beer was boos. Maar ook haar echtgenoot en Kleine Beer en zijn broertje lieten niets horen. Kat wist niet waarom. Ze kreeg wel elk jaar een verjaardagkaart, en ook een kerstkaart, van Beer en familie. Maar daar stond alleen op: “Prettige Kerstdagen.” Kat zocht op FB contact met Kleine Beer, maar ze kreeg geen reactie.

Op een zeker moment maakte Grote Beer aan Kat duidelijk dat ze geen contact meer wilde. Kat vroeg haar naar de reden. “Denk daar zelf nog maar eens goed over na!” beet Beer haar toe. Kat stuurde zowel mails, apps als een brief naar Beer. Maar Beer antwoordde niet.

Grote Beer bleef boos. Dit duurde ongeveer drie jaar. Intussen hoorde Kat dat het met Kleine Beer niet goed ging. Hij was ernstig ziek. Kat ging op bezoek bij Kleine Beer, in het ziekenhuis. Hij was net geopereerd. Een jaar later ging ze nog een keer op bezoek bij hem thuis. Grote Beer deed toen eerst alsof ze Kat niet hoorde en zag. Langzaamaan ontdooide ze een beetje. Kleine Beer leek blij te zijn met het bezoek van Kat. Maar Kat wist het niet zeker. Bij Kleine Beer kon je niet weten of hij het fijn vond om je te zien. Hij liet het niet zo blijken.

Kat vond het nog steeds moeilijk te begrijpen. Hoe Kat ook peinsde, ze wist niet wat ze verkeerd had gedaan. Voelde Grote Beer misschien al eerder wrok over het verleden? En had ze daar nooit iets over gezegd? Had Grote Beer alles opgespaard?

Kat vroeg het aan Hond. Hond was haar andere zus, waarmee ze sinds kort weer telefonisch contact had. Hond had al langer geleden afstand genomen van de hele familie, maar was sinds kort weer benaderbaar.

Kat vroeg Hond of zij misschien wist waarom Grote Beer boos was. “Ach, Kat,” zei Hond, “jullie zijn zó verschillend! Ik snap jou, maar ik snap ook Beer. Jullie begrijpen dingen soms anders. Of ik begrijp, dat jullie soms dingen anders snappen.”

“Maar dat is toch niet zo erg?” zei Kat, “ik vind het eigenlijk wel leuk, dat we niet hetzelfde denken over dingen. Andere inzichten verbreden je horizon!”

“Nou ja,” antwoordde Hond. “Grote Beer wil natuurlijk wel best graag, dat je het met haar eens bent.” En zij kauwde daarna peinzend op haar voorpoot.

“Maar het is toch niet zo, dat ik het met haar oneens ben, als ik er anders over denk?” stamelde Kat.

Hond trok haar wenkbrauwen op. “Kat, voor jou is dat zo, maar voor Beer misschien niet!”

“Maar wat moet ik nu doen, ik vind het zo erg van Kleine Beer! Ik wilde naar hem toe, maar ik vond het zo moeilijk omdat ik niet wist of ik welkom was! En ik kon toch niet weten, dat hij voorgoed weg zou gaan!”

“Je kon het niet weten,” zei Hond, “en daar kun je nu niets meer aan doen. Ga door met leven. Laat het los! “

Naschrift:

Onlangs heb ik in mijn familie iets meegemaakt wat heel moeilijk te verwerken was. Ik wist me gewoon geen raad met mijn emoties. Het was gewoon genade, dat ik plotseling dacht: “ik ga het op papier zetten”, maar vooral ook, dat ik in plaats van de personen te noemen, van elk personage een dier maakte. Zoiets als in de verhalen van Toon Tellegen. Het werd een sprookje, of, als je het zo wilt noemen: een fabel, zoals Reinaert De Vos (zonder het niveau te willen vergelijken ;)). Iets in mij, koos voor de dieren Beer, Kat en Hond. En er kwam ook even een Uil in voor. Alleen al het schrijven heeft mij hierbij zó geholpen. Het was als zo’n sneeuwbol die geschud werd: toen ik het had geschreven, werd ineens alles een stuk rustiger in mijn hoofd en lichaam.

Alleen al door van een mens een dier te maken, wordt alles anders. Je kunt er dan als het ware iets ruimtelijker, van een afstandje naar kijken. Bijvoorbeeld al: hoe bepaal je wie in jouw verhaal welk dier is? Ook het dier dat je kiest, zegt iets over hoe jij de persoon ziet. Zoals ik tegen een goede vriendin zei: het is een manier om dingen te kunnen voelen zonder dat het met je op de loop gaat.

Scarlatti in Meerpadkerkje zondag 8.10.23

Scarlatti heeft mij altijd betoverd. Tijdens mijn conservatoriumstudie in Hilversum leerde ik zijn muziek pas beter kennen. De combinatie van lichtheid en diepgang, emoties en Tom en Jerry-achtige loopjes. Ik wist niet zo veel over hem. Er is ook niet zoveel over hem bekend. Wel dat hij in dienst was van de Spaanse koningin, Maria Barbara, en haar klavierles gaf.

Hij schreef al zijn 555 Sonates voor deze muze en koningin Maria Barbara. Maar waarom werden Maria Barbara en haar man 17 jaar lang gevangen gehouden in het paleis? Wat voor rol speelde de muziek van Scarlatti in die tijd?

Waarom liet Scarlatti een document opstellen om zijn vader te dwingen hem zelfstandig te verklaren? Wat voor invloed had de castraat Farinelli op dit alles? Dit boeiende en leerzame concert is voor iedereen vanaf ± 10 jaar.

Graag van tevoren reserveren: heleenverleur111@gmail.com

Locatie: Meerpadkerk | Meerpad 9, 1025 LA Amsterdam-Noord

Duur: ± 50 minuten.

Entree: €10,-

Piano, tekst & spel: Heleen Verleur

Muziek: D.Scarlatti & H.Verleur

Regie- & tekst advies: Julia Bless

Pruik & aankleding: Andrea Palm

Meer info: