Vandaag een ervaring gehad met een voordeel van ‘online’ lesgeven. Vanwege de privacy van de leerlingen noem ik ze hierna even leerling M. en leerling D. Leerling M. uit Almere was te gast in de les van leerling D. uit Amsterdam. Ooit hadden ze elkaar ontmoet bij een pianodag in Groningen, en bevriend geraakt. Twee verwante zielen, ongeveer even oud (gemiddeld ± 12 jaar). Maar ja. De afstand tussen Almere en Amsterdam is te groot om regelmatig samen les te hebben.
Ik heb nu de lesvorm bedacht dat ze bij elkaar twee keer “te gast” komen, in elkaar’s les. Vandaag was leerling M. te gast in de les van leerling D. Het toeval wil, dat ze ook allebei in Suzuki boek 3 zitten, bij de Clementi Sonatine Op.36 no 1. Vandaag deden we het zo:
1. om beurten speelden ze het eerste deel van de Sonatine, maar dan zonder herhaling
2. de ander speelde de herhaling
3. hierna liet ik ze allebei reageren op elkaar door middel van ’tops’ en ’tips’ (wat vond je goed van hoe de ander het speelde, en is er ook nog iets wat je als tip zou willen geven?)
4. daarna gingen we verder met het tweede deel, idem dito.
5. leerling M. was iets verder met het 2e deel, dus ik vroeg hem dit voor te spelen voor leerling D.
6. hierna gingen we terug naar deel 1, maar nu als “spel”: om de beurt deden beiden vier maten. Je moest *meteen* verder gaan waar de ander ophield
7. vraag: wat leer je hier van? Beiden zeiden: dat je overal kunt beginnen. En dat deze Sonatine (en veel muziek) is opgebouwd uit stukjes van vier maten
Tot slot deden we gezamenlijk wat theorie. We herhaalden een stuk uit boek 2 (Children at Play van Bartók) waarna ik de vragen stelde: welke toonsoort staat dit stuk? Speel de toonladder die hierbij hoort. Wat zijn de belangrijkste akkoorden in deze toonsoort? We oefenden I – IV – V en vroeg ze dit ook te oefenen, deze week. Volgende week doen we dan omkeringen van I – IV – V. Meteen gezegd dat als ze een band willen oprichten, ze meestal genoeg hebben aan deze drie akkoorden (misschien extra motiverend! ;))
Toen de les ten einde kwam, was de reactie: “Is het nú al tijd??”